Hoofdstuk 1: Het objectieve geluk

Laten we maar met de deur in huis vallen, want zo ingewikkeld is het nou allemaal ook weer niet. Er zijn meerdere en verschillende zaken die het geluk van een mens bepalen. Die noemen we voor het gemak geluksbepalende factoren. Veel van deze factoren zijn te koppelen aan verschillende activiteiten die mensen plegen te ondernemen in hun leven. Werken, liefhebben, scheppen en bewegen zijn activiteiten die elk een beetje geluk met zich mee kunnen brengen. Gelukkig zijn is in die zin eigenlijk niets meer bevrediging halen uit de dingen die je doet.

Omdat het redelijk te meten is hoe het met deze activiteiten staat in iemands leven en omdat het niet zoveel te maken heeft met iemands karakter en gevoelens, noemen we deze factoren objectief. Als iemand anders zou moeten evalueren hoe gelukkig iemand is op basis van deze factoren, dan zou dit in beginsel niet veel moeten verschillen van de evaluatie van deze persoon zelf. Het is vaak ook mogelijk om de hoeveelheden en kwaliteit die aan deze factoren zijn verbonden te meten.

1. Financiële situatie (hoeveelheid geld)

2. Materiële situatie (hoeveelheid spullen, huis, kwaliteit)

3. De liefde (hoeveel, hoe goed)

4. Gezinsleven (wel of geen, geschiktheid)

5. Sociale leven (hoeveel vrienden, kwaliteit van de relaties)

6. Artistieke/scheppende leven (hobby's, creaties)

7. Arbeidsleven (wel/geen werk, kwaliteit)

8. Fysieke leven (wel/niet gezond, kwaliteit van beweging)

9. Humor in het leven (wel/niet, kwaliteit)

10. Overige leven (eigen objectieve factoren)

Bij het bespreken van deze objectieve geluksbepalende factoren is het aardig een aantal oude volkswijsheden te gebruiken, die in talloze spreuken zijn besloten.

Het geld

‘Geld maakt niet gelukkig’ is de eerste spreuk. ‘Maar ook niet ongelukkig’, zegt men er dan meestal achteraan. Want veel moderne mensen hebben geleerd dat geld helpt om leuke dingen te doen. Het beschikken over financiële middelen maakt het gemakkelijker om hobby's te financieren en mooie reizen te maken. Moderne armoede is daarentegen ellendig en kan tot veel stress  leiden.

Toch is bijna iedereen het er wel over eens dat geld alleen niet gelukkig maakt. Het gaat snel fout met ons als geld vergaren een doel op zich wordt en we er geen afstand van kunnen nemen.

Toch gaan we er voor de eerste objectieve factor maar even van uit dat een goede financiële situatie bij kan dragen aan geluk. Hoe beter onze financiële situatie is, hoe meer we zouden kunnen realiseren in het leven en hoe gelukkiger we zouden kunnen zijn. Het klinkt wat subtieler dan "hoe rijker, hoe gelukkiger" en zo is het ook bedoeld.

De spulletjes

'Er zijn meer huizen dan kerken' geeft aan dat er meer gewone mensen dan rijke mensen zijn. Anno 2000 zou je dat evenwel niet meer zeggen. Een zo groot mogelijk huis is iets wat heel veel mensen nastreven, zodra ze over wat geld beschikken. Daar 'er meer tot het huishouden behoort dan het zoutvat' moet dat ook ingericht worden, zodat de rest van het leven hard gewerkt moet worden om het huis afgelost en ingericht te krijgen. Maar we worden er schijnbaar gelukkig van dus telt het mee.

De seks

Jammer, hoor ik je al zeggen, jammer dat het nu weer met geld en huizen moet beginnen. O.k., Laten we dan snel gaan naar iets waarvan we in ieder geval de illusie hebben dat het niets met geld te maken heeft, de liefde. ‘Geluk in de liefde hebben’ is hier het aangewezen gezegde. En inderdaad, de factor geluk speelt in de liefde een grote rol. Je hebt geluk nodig om liefde te vinden en je hebt liefde nodig om gelukkig te zijn.

Maar wat is dat eigenlijk, liefde? Als we aan mensen vragen hoe hun liefdesleven er uit ziet, is het goed mogelijk dat ze aan heel verschillende dingen denken. De een hecht meer waarde aan emotionele banden, de ander aan het gezinsleven en weer een ander aan de seks. Liefde is dus een heel complex en wisselend concept

Het seksuele aspect van de liefde is eigenlijk het gemakkelijkste te beantwoorden. Regelmatig seks brengt evenwicht en stabiliteit in het leven en maakt dat we tijdens negatieve buien minder snel naar de drank en vaker naar onze partner grijpen. En om toch iets wetenschappelijks in te brengen: een man die op gevorderde leeftijd nog steeds alleen is, wordt statistisch gezien minder oud dan zijn geketende evenknie.

Het gezin

Eerst geld en nu seks, hoor ik veel mensen al mopperen. Daarom maar snel naar een ander aspect van de liefde; het gezinsleven. ‘Het zal je familie maar zijn’ is wellicht niet helemaal de juiste spreuk, maar dat het gezin een hoeksteen van het geluk kan zijn, zullen weinigen ontkennen. Overigens hoeft het niet zo te zijn dat een gezinsleven per definitie tot meer geluk zal leiden. Het kunnen natuurlijk ook sowieso al minder geslaagde exemplaren van onze soort zijn die geen partner kunnen vinden en kinderen kunnen krijgen. Of mensen die van zichzelf weten dat ze in een gezinssituatie slecht zullen functioneren. Dat zijn mensen die misschien prima en ook beter alleen kunnen leven.

Toch valt het op dat het er maar weinig zijn die tot aan de dood toe helemaal alleen blijven. Zelfs diegenen die zeggen dat ze liever alleen zijn en zich niet meer aan een ander aan kunnen passen, gaan op den duur toch vaak weer op jacht. De behoefte aan een gezin zit blijkbaar dieper dan we denken. Maar voor diegenen die het wel kunnen en gelukkig zijn met hun eenpersoonsgezinnetje, mag ook die constructie meetellen als gezin. We gaan er dus van uit dat een goed gezinsleven gelukkiger maakt, ook als het gezin alleen uit jezelf bestaat.

De vrienden

Dat brengt ons bij de rest van de sociale contacten met vrienden en familie. ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ geeft aan dat we mensen bij ons in de buurt nodig hebben. En dat die mensen ook een beetje dicht bij ons moeten staan. Het kwijt kunnen van je verhaal, het gezamenlijk dingen ondernemen en het jezelf kunnen zijn bij een ander mens is van het grootste belang voor ons gevoel van geluk. Dat kan een partner, een broer, een goede vriendin of een buurjongen zijn. Vaak hebben alleenstaande mensen meer behoefte aan een uitgebreide vriendenkring dan mensen die alles kwijt kunnen aan hun partner. Goede vrienden kunnen soms het gemis van een partner compenseren. Het klinkt logisch, maar het wordt te weinig onderkend

En zo hebben we ook het laatste restje liefdesleven gedekt. Het liefdesleven wordt hiermee tegelijkertijd een beetje uit de partnersfeer getrokken, dat in onze moderne denkwereld nog immer zo centraal staat.

De kunst

Geld en liefde zijn maar wereldse zaken. Met name kunstenaars hebben dat helemaal niet nodig en zo is het stereotype dan ook. 'De Kunst gaat om brood' betekent dat kunstenaars doorgaans een armoedig bestaan leiden. Ze werken vaak alleen en worden even vaak als ongelukkige mensen beschouwd. Een kunstenaar kiest echter niet voor niets voor een armoedig bestaan; er staat iets tegenover. Wat zelfs de meest melancholische artiest gelukkig maakt is natuurlijk het uitoefenen van zijn kunsten. Het geluk wordt gestimuleerd door artistieke bezigheden.

Maar ik ben helemaal niet kunstzinnig aangelegd, zeggen dan veel mensen. Dat kan wel waar zijn, maar artistieke bezigheden kunnen heel breed worden gedefinieerd. Naast het schilderen van een schilderij kunnen dat ook een schijnbeweging op het voetbalveld, een cursus kaligrafie of het schrijven van een artikel zijn. Er zit maar weinig verschil tussen. Kunst gaat immers om het scheppen van niet noodzakelijke dingen

Het werk

Volgens deze definitie van kunst, het scheppen van niet noodzakelijke dingen, scheppen de meeste mensen de hele dag door. Dat gebeurt dan wel niet in de kunsten, maar in hun werk. Want zeg nou eerlijk, veel werkzaamheden zijn niet echt noodzakelijk meer. Toch kunnen de meeste mensen niet meer zonder. Werk, werk en nog eens werk was dan ook het motto van het eerste paarse kabinet. 'Arbeid adelt' is een soortgelijke oudere versie van deze spreuk, alhoewel daar vaak, 'maar de adel arbeidt niet'  achter werd gezet.

Als iemand trouwens boeiende dingen over scheppen en werk heeft geschreven is dat Karl Marx wel . Hij schreef in zijn jonge jaren dat mensen door middel van hun werk de wereld om hen heen konden verinnerlijken en dat de mens arbeid nodig heeft om zichzelf te verheffen. Dat verheffen voelt best prettig aan en brengt geluk met zich mee. Pas toen het lopende band werk werd en we voor een baas moesten werken trad de vervreemding in. In de 19e eeuw, met de harde werkomstandigheden in het opkomende ruwe kapitalisme, had hij nog gelijk ook

Tegenwoordig valt het allemaal wel mee in onze Westerse maatschappij. Veel mensen kunnen tot op zekere hoogte kiezen wat ze willen worden en er zijn nog nooit zoveel banen geweest waar creativiteit wordt gevraagd. Veel mensen zijn met hart voor de zaak hard bezig voor de zaak. Maar ook mensen die bevrediging vinden in het repareren van een auto, het vullen van vakken of het schoonmaken van een kantoor ontlenen nog vaak geluk aan deze activiteiten en het scheppen van orde in de chaos van het bureau, de motor of de schappen

De gezondheid

Waar wordt het meest om gebeden en waar geven we in toenemende mate ons geld aan uit als we eenmaal het huis en de spulletjes hebben? Dat is natuurlijk ons lichamelijk welbevinden. ‘Gezondheid is de grootste schat’ betekent dat als je gezond bent, je eigenlijk niets anders meer te wensen hebt. Ziekte en misere kunnen de gemoedstoestand immers behoorlijk verzieken. Een goede gezondheid is een noodzakelijke voorwaarde voor een gelukkig leven

Gedeeltelijk is gezondheid al verdisconteerd in de andere factoren die hierboven zijn uiteengezet. Iemand die doodziek is, zal een wat minder werkzaam en scheppend leven kennen, minder gemakkelijk met andere mensen om kunnen gaan en geld uit moeten geven om de medische hogepriesters gelukkiger te maken. Wat evenwel nog niet is verdisconteerd is de fysieke inspanning die gepaard gaat met gezondheid. Sport en beweging maken de geest schoon en het leven mooier. Wie kent niet het gevoel dat je voor het sporten, wandelen of fietsen duf en uitgewoond bent en daarna, door de vermoeidheid heen bijtend, weer nieuwe energie krijgt. Het fysieke leven, gezondheid en beweging, is daarom ook een belangrijke geluksbepalende factor

De lach

Dan hebben tenslotte we nog het humoristische aspect in ons leven. 'Die het laatst lacht, lacht het best'. Lachen en ontspanning zijn gezond, maken het geluk intensiever en relativeren pech en tegenslagen. Het is natuurlijk zo dat iemand die ongelukkig is het moeilijker valt om eens hard te lachen. Dat is een indirect gevolg van de factoren hierboven. En bovendien hebben mensen verschillend gevoel voor humor en dat komt pas bij de subjectieve factoren aan de orde. Het gaat er hier om hoeveel humor er in je omgeving te vinden is. Het maakt niet uit of dat op het werk, thuis of op de buis is. Kun je lachen, ontspannen en genieten om en van andere mensen om je heen? Is er een televisieprogramma waar je graag naar kijkt en om kunt lachen?

De rest

De overige factoren die het geluk van iemand bepalen zijn verder niet opgenomen. Daar ieder mens verschillend is en verschillende dingen belangrijk vind, zal er vast nog wel iets zijn dat objectief te meten is. Als er een activiteit is die je in het bijzonder gelukkig maakt, wat niet onder een van bovenstaande factoren valt en wat geen gevoel (niet subjectief) is, schrijf dan maar op.

Laten we ze maar eens op een rijtje zetten

U kunt nu in de tabel aan ieder van deze levens een cijfer van 0 tot 10 geven en dit optellen. De totaalscore valt tussen 0 en 100. Deel het vervolgens door 10 en dit levert je rapportcijfer voor objectief geluk op. Vergelijk dit maar met de volgende Margriet- of Libelle-achtige tabel.
U kunt deze tabellen overigens interactief invullen bij de vragenlijsten.

Objectieve geluksfactoren

Cijfer

Financiële situatie - het geld

 

Materiële situatie - de spulletjes

 

Liefdesleven - de seks

 

Gezinsleven - het gezinnetje

 

Sociale leven - de vrienden

 

Artistieke/scheppende leven - de kunst

 

Arbeidsleven - het werk

 

Fysieke leven - de gezondheid

 

Humor in het leven - de lach

 

Overige leven - de rest

 

Totaal

             :10 =

 

 

En de uitslag:

 

 

Score

Resultaat

0-1

U zou suicidaal moeten zijn

1-9

U zou meer of minder gelukkig moeten zijn afhankelijk van of u dichter bij 1 of de 9 zit.

9-10

U zou overgelukkig moeten zijn

 

Misschien klopt dit en kun je hier reeds stoppen met lezen. Maar er staat niet voor niets zou. Als je maar vaag de indruk hebt dat je gelukkig zou moeten zijn, maar het toch niet bent of dat je die straatarme gescheiden met zweren bedekte zwerver bent die toch iedere dag van de zon geniet ga dan over naar hoofdstuk twee. Daar wordt gekeken naar subjectieve factoren. Wat bepaalt hoe gelukkig we zijn met wat we hebben? Hoe voelen we het geluk?

 

Inleiding
Hoofdstuk 1: het objectieve geluk
=>Hoofdstuk 2: het subjectieve geluk
Hoofdstuk 3: combineren van objectief en subjectief geluk
Hoofdstuk 4: De zes gelukstyperingen
Hoofdstuk 5: Beïnvloeden van subjectief geluk
Hoofdstuk 6: Het investeren in objectieve geluksbepalende factoren
Interactieve vragenlijst