Hoofdstuk 2: Het subjectieve geluk
Hoe vaak horen we niet dat popsterren, fotomodellen en filmhelden aan lager wal raken en zelfs zelfmoordpogingen ondernemen. Volgens de theorie in hoofdstuk 1 zouden zij met tienen voor liefdesleven, financiële leven en artistieke leven ruim buiten de suïcidale categorie vallen.
Er speelt dus nog meer en dat zijn de zogenaamde subjectieve factoren. Hoe gelukkig we zijn hangt immers ook sterk af van hoe we het geluk ervaren. Waar de objectieve factoren voor het grootste deel buiten de mens zitten, zijn de subjectieve factoren vooral innerlijk en alleen door de persoon zelf waar te nemen.
We hebben dus buiten de 5 E’s gerekend die op een subjectieve wijze het geluk kunnen beïnvloeden. En omdat de eerste E zo belangrijk is, Energie, is die met een hoofdletter geschreven.
1. Energie
2. ervaring
3. evenwicht
4. eenzaamheid
5. eigen gevoel
Laten we ze maar eens langslopen:
Energie
Iedere mens beschikt over een bepaalde hoeveelheid levenssappen, die hij of zij kan aanwenden om de dag door te komen. Deze hoeveelheid verschilt nogal per individu. Grofweg zijn ze in twee extremen onder te verdelen:
Iedereen kent de hyperactieve mensen die altijd maar bezig zijn en niet stil kunnen zitten. Veel van dit soort mensen roken als ketters en proberen hun energie kwijt te raken door iets op te steken. Het is een groot misverstand te denken dat de verslaving alleen aan de nicotine is te wijten. Het is veeleer het niet kwijt kunnen van de energie die hen net als pubers tot irrationeel gedrag leidt. En zijn het niet vaak pubers die met hun surplus aan energie sigaretten beginnen te roken?
Aan de andere kant zijn er mensen die je af en toe een schop moet geven om ze in beweging te krijgen. Deze mensen hebben nooit ergens zin in en zien overal de nadelen van in. Ze zijn somber gestemd en proberen niets uit. Deze somberheid is lang niet altijd een karaktertrek, maar ligt vaak gewoon aan het gebrek aan energie.
Net zoals energie niet netjes gespreid is over de mensen is het helaas ook niet netjes gespreid over de dag. Sommige mensen zijn avondmensen en hebben overdag weinig energie. Andere mensen zijn ‘s ochtends op hun best. Zelf ben ik ‘s middags meestal geen mens en kan dan door een diep dal gaan. Ook al heb ik de nacht ervoor goed geslapen, dan nog kan ik ‘s middags rustig een dutje doen. Mijn subjectieve ervaren van geluk hangt dan ook sterk af van het deel van de dag.
Energie is sterk bepalend voor de score die bij de objectieve geluksfactoren gehaald kan worden. De dag doorkomen betekent immers werken, liefhebben, creatief zijn, sociaal interactief zijn, sporten, beleggen etc. Er is nogal wat energie nodig om al deze zaken te doen. Voor de geluksvogels en jongeren onder ons gaat dat ongemerkt. Later als ze ouder wordt en over minder energie beschikt, realiseren mensen zich dat er nogal wat voor nodig is om het geluk in stand te houden.
Ook als we eenmaal gaan werken hebben we minder puf om andere zaken te doen. Alleen in de weekends en vooral de vakanties wordt de moderne mens nog actief. Er treedt een verwaarlozing op van de andere geluksfactoren en het leven lijkt voorbij te vliegen door het gebrek aan kwaliteit. Men wordt al snel ongelukkig, doordat er te weinig wordt geïnvesteerd in hetgeen reeds is bereikt.
Een kleine vergelijking met economische begrippen, hoe saai dan ook, is zeer leerzaam. Familierelaties, spaargeld, liefde en artistieke vaardigheden zijn eigenlijk allemaal vormen van kapitaal. Niet voor niets wordt in de economische wetenschap onderscheid gemaakt tussen menselijk kapitaal en fysiek kapitaal. Op beide vormen van kapitaal moeten afschrijvingen worden gedaan. Machines en kennis verouderen en hebben af en toe een nieuwe impuls nodig. Zo ook relaties en geluk. Dat zijn ook voorraadgrootheden die kunnen afbrokkelen en bederven, net als een voorraad levensmiddelen in de ijskast die niet regelmatig wordt aangevuld.
Je hebt dus energie nodig om te investeren in de geluksfactoren. Neem een jonge man van ongeveer 30 jaar, die alles voor elkaar heeft, een lieve vrouw, een leuke baan, een mooi huis, hobbys, wat gespaard en nog levende ouders. Als deze man niet genoeg energie heeft, noem het voor mijn part ruggengraat, om aandacht aan deze verworven zaken te besteden, dan loopt zijn vrouw weg, vervalt zijn huis, loopt hij een promotie mis en vervreemdt hij zijn ouders van zich. Vooral als het een workaholic is die alleen maar tijd en geld in zijn werk investeert zal het voorspelbaar een keer mis gaan.
Het hele leven is een gevecht om energie. Vervelend is het alleen dat juist energie zo ongrijpbaar is. Het lijkt onverklaarbaar dat we op het ene moment zin hebben in iets en na een dag werken in staat zijn om te lezen of een hobby uit te oefenen, terwijl we de volgende avond alleen maar kracht hebben om voor de buis te hangen. En als we dan toch proberen om iets meer zinnigs te gaan doen, lijkt het wel of er een blok aan onze ziel hangt. Doorzetten is dan een vorm van zelfkastijding. En al die Ratelbanden met do it en do it now hebben geen benul van hoe zwaar het leven af en toe kan zijn en hoe moeilijk het is om tegen het energieniveau in te werken.
In feite zit ik nu zelf ook in een dergelijke dip. Ik heb eigenlijk veel meer zin om op bed te gaan liggen dan dit stomme boekje te schrijven, dat waarschijnlijk toch geen hond leest. Waarom ga ik dan toch door, welke trucs gebruik ik, behalve koffie, om door te typen? Daar komen we later op als je de energie op kan brengen om door te gaan met het lezen van dit boekje.
Ervaring
Komen we bij ervaring. Deze tweede subjectieve factor maakt dat mensen dezelfde hoeveelheid geluk heel anders kunnen ervaren dan andere mensen. De ene persoon zal zich met tienduizend gulden op de bank rijk voelen, terwijl de ander het gevoel heeft bankroet te zijn. De een zal met een partner gelukkig kunnen zijn, terwijl de ander een precies dezelfde soort partner liever nog vandaag dan morgen zou willen wurgen.
Ervaring staat hier voornamelijk voor hetgeen mensen in het leven reeds hebben beleefd. Als iemand door een diep dal is gegaan en dan in een redelijk stabiele situatie terechtkomt, zal deze persoon het geluk veel intenser beleven. Hij of zij weet wat het is om ongelukkig te zijn. Hoe het is om zonder werk, zonder geld en zonder vrienden te zitten. Als iemand die ervaring niet heeft gehad, is het moeilijk om niet verveeld te raken over al dat geluk. Hoe vaak zien we niet dat mensen na een jaar of acht gelukkig getrouwd te zijn geweest om de een of andere onverklaarbare reden onrustiger en ontevredener worden, hetgeen dan vaak uitmond in een huwelijkscrisis. Mensen die in hun jeugd verwend zijn geweest of weinig tegenslag hebben ondervonden, zullen geluk vaak minder goed kunnen waarderen. Veel mensen hebben hier tegenwoordig last van. Ze zijn in weelde opgegroeid, hebben een zorgeloze jeugd gehad en komen zichzelf dan later tegen.
Ervaring hoeft niet alleen positief uit te werken. Het kan inhouden dat iemand ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt die grote lidtekens hebben achtergelaten. Iemand die incest heeft meegemaakt of de hand heeft moeten loslaten van een goede vriend toen deze in het ravijn hing, zal meer moeite hebben om gelukkig te zijn met het leven, ook al is de persoon in kwestie rijk, gelukkig getrouwd en uitermate kunstzinnig. Ervaringen zijn soms zo ingrijpend dat ze de belangrijkste geluksbepalende factor kunnen zijn.
Gelukkig zijn mensen in staat om te vergeten, en de invloed van ervaringen op het geluk zal daarom in de tijd nogal wisselend zijn. Het kan zelfs omslaan, zoals dat hierboven is beschreven in de zin dat mensen door slechte ervaringen het geluk zelfs meer kunnen waarderen. Maar bijvoorbeeld met een oorlogstrauma is het heel goed mogelijk dat de herinneringen het geluk op latere leeftijd nog eens danig verstoren. Kortom dit is een hele lastige subjectieve factor, die over de tijd kan verschillen.
Evenwicht
De derde subjectieve factor is evenwicht. Bezorgdheid over een familielid, een nijpende financiële situatie en seksuele frustraties zijn voorbeelden van situaties waarin een dermate geestelijke onrust kan ontstaan, dat alle activiteiten in iemands leven worden beïnvloed. Vaak is het zo dat het evenwicht ernstiger wordt verstoord als de situatie langer duurt. Een paar weken krap zitten is nog wel spannend, een paar jaar gaat aan mensen knagen. Een zomer zonder vrienden die lang op vakantie zijn is geen probleem, maar een structureel vriendentekort is ondragelijk. Een paar weken geen seks voor een mens is vol te houden, zeker als het leven daarnaast nog voldoende leuke dingen biedt. Een paar jaar geen seks is echter iets anders.
Dat doet me denken aan een bespreking van een voorlichtingstekst door Herman Finkers. De tekst luidde "Indien u niet altijd seks heeft met dezelfde partner, kijk dan uit voor aids". Hij vroeg zich daarbij af: 'Nee, ik heb niet altijd seks met dezelfde partner, soms moeten we een hapje eten tussendoor. Een alternatief zou zijn om altijd seks te hebben met verschillende partners, maar dat is onbetaalbaar en bovendien verrek je dan van de honger. Het veiligst is het nog om nooit seks te hebben met jan en alleman.'
In ieder geval leidt te weinig evenwicht tot een negatieve onrust. Dit kan op korte termijn leiden tot een energie-explosie en op langere termijn tot lusteloosheid.
Als iemand wel evenwicht in zijn leven heeft gevonden, dan kan dit het gelukservaren natuurlijk positief beïnvloeden. Iemand met een beetje geld, een aardige partner en een redelijk aantal vrienden kan tevreden zijn met wat hij of zij heeft, vooral als de persoon jarenlang in de goot heeft gelegen na een jeugd vol incest.
Eenzaamheid
De vierde subjectieve factor is eenzaamheid. Daarmee wordt niet het sociale leven bedoeld. Dat is immers al een objectieve geluksbepalende factor. Zelfs als we genoeg vrienden hebben en zelfs als we al onze verhalen kwijt kunnen, dan nog kan een gevoel van eenzaamheid ontstaan dat erin ligt dat niemand onze plaats in kan nemen in deze wereld. We zullen altijd te maken hebben met onze eigen gevoelens en gedachten. Het grote raadsel waarom wij zijn zoals we zijn en waarom we er zijn kan niemand voor ons oplossen. In onze westerse maatschappij is het geen uitzonderlijke situatie dat een gevoel van onbehagen toeslaat. Ondanks alle rijkdom, het hebben van een baan en goede vrienden kan het zo zijn dat een gevoel van alleen zijn ons bekruipt en dat we vervreemd raken van de mensen en dingen om ons heen.
Een goed religieus besef kan dat verhinderen en bijdragen aan ons geluk. Dan heb ik het niet over Jehovagetuigen of fundamentalistische moslims. Dat zijn mensen, om nog maar weer eens een spreuk te gebruiken, die 'om een potscherf God en de wereld overhoop halen', ofwel een hoop drukte om niets maken. Deze mensen willen vooral aandacht of zijn bang voor de dood. Neen, het gaat veeleer om het kennen van een bestemming in dit leven, het kunnen accepteren van de eindigheid ervan en het realiseren dat er veel is dat we nooit kunnen omvatten. Dit erkennen, er af en toe aan denken en het deel laten uitmaken van je dagelijkse leven is ongeveer wat je onder religieus gevoel kan verstaan. Hoe meer we dan dat gevoel hebben, hoe meer we kunnen relativeren. En uiteindelijk als God in Frankrijk kunnen leven.
Eigen factoren
De vijfde subjectieve factor is zo subjectief en individueel dat ik hem over het hoofd heb gezien. Die noem ik dan ook het eigen subjectieve gevoel. Let wel, het gaat dus niet om dingen buiten je om, maar veeleer om jouw karaktereigenschappen. Wellicht ben je schizofreen of hou je net zoals ik enorm van symmetrie en wordt daar heel gelukkig van. Ook mensen met veel gevoel voor humor kunnen dat hier kwijt.
Laten we de 5 E’s nog eens opsommen en weer eens wat invullen.
Energie
Geef op een schaal van -10 tot +10 aan in hoeverre je tevreden bent over je eigen energieniveau. Geef een negatief cijfer indien je het gevoel hebt dat je beschikbare gemiddelde hoeveelheid energie het geluk negatief beïnvloedt en een positief cijfer indien het je geluk positief beïnvloedt. Let wel: je kunt dus zowel een -10 geven als je vindt dat je over veel te weinig energie beschikt, omdat je bijvoorbeeld een ME-patiënt bent, als ook een -10 geven als je zoveel energie hebt dat je compleet gestoord wordt door het feit dat je nimmer rust vindt. Geef een +10 als je vindt dat je over genoeg energie beschikt om de dingen te doen die je zou willen doen. Je kan natuurlijk ook een cijfer geven dat daar ergens tussenin zit, zoals -4 of +7.
Ervaring
Geef op een schaal van -10 tot +10 aan in hoeverre ervaringen uit het verleden je geluk op dit moment beïnvloeden.
Evenwicht
Geef op een schaal van -10 tot +10 aan in hoeverre evenwicht je geluk op dit moment beïnvloedt. Indien je moeite hebt met het geven van punten op dit onderdeel, moet je eens kijken naar de variatie in punten die je bij de geluksbepalende factoren hebt gegeven. Indien dit bijvoorbeeld allemaal zeventjes zijn, is de kans groot dat er een redelijke balans in je leven zit. Indien je scores sterk variëren tussen 0 tot 10 is er een gerede kans dat iets je behoorlijk dwarszit en dat dit het geluk danig beïnvloedt. Hoe langer dit gevoel bestaat, hoe meer dit dwars kan zitten en hoe slechter het voor je evenwicht kan zijn.
Eenzaamheid
Geef op een schaal van -10 tot +10 aan in hoeverre je eenzaam bent. Indien je last hebt van het gevoel dat je er alleen voor staat, dit je aan het piekeren zet en je er van weerhoudt om van je geluk te genieten, geef dan een - cijfer. Als je een goed religieus besef hebt en niet vervreemd bent van de zaken om je heen, geef dan een positief cijfer.
Eigen subjectieve factoren
Geef op een schaal van -10 tot +10 aan in hoeverre je meer of minder gelukkig bent door eigen subjectieve factoren die geluk beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld een goed ontwikkeld gevoel voor humor. Indien je geen factoren kent, geef dan een nul.
Subjectieve
factoren |
Cijfer |
Energie |
|
Ervaring |
|
Evenwicht |
|
Eenzaamheid |
|
Eigen
factoren |
|
Totaal |
:10= |
Als je dit optelt, weer door tien deelt en het is onder de 0, dan voel je je waarschijnlijk niet erg gelukkig. Als de uitkomst positief is dan voel je je waarschijnlijk wel gelukkig. Maar om een compleet beeld te krijgen zullen we de objectieve en subjectieve factoren moeten combineren. Dat gebeurt in het volgende hoofdstuk.
Inleiding
Hoofdstuk 1: het objectieve
geluk
Hoofdstuk 2: het subjectieve geluk
=>Hoofdstuk 3: combineren
van objectief en subjectief geluk
Hoofdstuk
4: De zes gelukstyperingen
Hoofdstuk 5: Beïnvloeden van
subjectief geluk
Hoofdstuk
6: Het investeren in objectieve geluksbepalende factoren
Interactieve
vragenlijst